Op zoek naar Faro Blog | Archeologie: van scherven likken tot graaftherapie

De laatste tijd ben ik aan het graven in de wereld van de archeologie. Dat is voor mij nog vrij onontgonnen terrein. Zoals veel kinderen droomde ik ervan om archeoloog te worden toen ik jonger was. Voor een tijdje in ieder geval. Ik stelde me mezelf voor, gebronsd door de zon, schop in de hand, de ene prachtige Romeinse stad na de andere opgravend. Maar toen kwam ons schoolreisje naar Museum Het Valkhof in Nijmegen. Ik moet toen dertien zijn geweest. Een echte archeologe heeft ons rondgeleid en haar werk uitgelegd. Laten we zeggen dat het niet helemaal was wat ik had verwacht. Eigenlijk bracht ze haar dagen door in een laboratorium met het aaien, snuiven en likken van aardewerkscherven om erachter te komen hoe oud ze waren. Toen een scherf die een van mijn klasgenoten likte, van een oude toiletpot bleek te zijn, waren mijn archeologische fantasieën definitief voorbij.

Nu, door mijn werk voor Erfgoedstem (Heritage Voice), herontdek ik archeologie via journalistiek en ik merk dat mijn hart een beetje sneller gaat kloppen als er een spannende nieuwe ontdekking wordt gedaan. Misschien is dat wel de kracht van archeologie: de spanning, het mysterie, de romantiek... Mijn baas Herbert-Jan ziet het in termen van skeletten, geheime doorgangen en verborgen schatten.

gemeenschapsarcheologie
Maar op mijn persoonlijke zoektocht naar het land van Faro, na het plunderen van graven en het vechten tegen mummies, stuitte ik op een nog spannendere vorm van archeologie: gemeenschapsarcheologie. Oorspronkelijk afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk, is het over de Noordzee geblazen en wortel geschoten op Nederlandse bodem. Het idee is dat archeologen in samenwerking met buurtbewoners onderzoek doen en daarmee het weefsel van de lokale gemeenschap versterken. Sommigen beweren zelfs dat gemeenschapsarcheologie dat kan
een sleutel zijn tot het oplossen van sociale problemen... Echt waar?

Tijd om meer te weten te komen. In NRC las ik een artikel van Theo Toebosch uit 2015. Hij beschreef een project waarbij getraumatiseerde oorlogsveteranen hielpen bij het opgraven van een archeologische vindplaats bij Waterloo. De man achter de opgraving had twee doelen voor ogen: 'Door middel van archeologie ons begrip van de Slag bij Waterloo te vergroten en Britse oorlogsveteranen met een handicap of posttraumatische stressstoornis te helpen het vertrouwen in zichzelf te herwinnen door deel te nemen.' Het artikel maakt duidelijk dat de kennis van de veteranen de weg heeft vrijgemaakt voor nieuwe ontdekkingen. Wat de veteranen zelf uit deze 'therapeutische opgraving' halen, blijft een beetje vaag. Als het niets anders is, worden ze het huis uit Ik heb ook wat navraag gedaan bij archeoloog Evert van Ginkel. 'Gemeenschapsarcheologie is een sympathiek idee. Aangezien archeologisch onderzoek publiek gefinancierd is, hebben archeologen een maatschappelijke plicht: ze moeten verantwoording afleggen over het werk dat ze doen. Breid dat idee uit en je zou kunnen stellen dat ze zich moeten richten op gebieden waar de samenleving iets over wil weten, en dat ze dat moeten doen door samen te werken met de samenleving.' Maar het echte leven is iets gecompliceerder, onthult Evert. 'Als burger kun je niet zomaar opduiken en gaan graven. Er is veel dat je eerst moet leren. Er is een goede reden waarom mensen jarenlang archeologie studeren. Veel mensen vinden graven leuk, maar weinigen maken er een serieuze hobby van. Je hebt het dus over een kleine doelgroep.' Afgezien daarvan ziet Evert wel meerwaarde in gemeenschapsarcheologie, niet in de laatste plaats omdat de niet-expert op een heel andere manier naar archeologie kijkt. 'De niet-expert is gefascineerd door dingen die voor ons archeologen vaak totaal onbelangrijk lijken. En ik geloof dat dat kansen biedt voor gemeenschapsarcheologie. Naast wetenschappelijk onderzoek stimuleert het archeologen om na te denken over de emotionele impact die hun werk kan hebben.'

Meer dan potten en pannen
Emotie... dus we zijn weer terug bij de spanning van verborgen schatten en skeletten. Of de gloednieuwe remake van Hollywood-kaskraker Cleopatra. Laten we het aan de archeologen overlaten om te beslissen hoe West- of Noord-Afrika Cleopatra was. Zodat we dit eeuwenoude debat voor eens en altijd kunnen laten rusten.

Wat ik heb ontdekt door me in de wereld van de archeologie te verdiepen, is dat het veel meer om mensen gaat dan ik altijd dacht. Archeologie is zoveel meer dan potten en pannen in glazen vitrines. Het gaat om de gevoelens die die ene scherf, die verdwaalde kanonskogel, dat stukje vuursteen bij mensen kan opwekken. Dit kwam voor mij pas echt tot leven in mijn derde interview, toen ik sprak met de mensen die betrokken zijn bij een gemeenschapsarcheologieproject in de regio Midden-Brabant. Lees het interview hier.

Tot de volgende keer,

Alma

Doneren