Een gloednieuwe radiokoolstofdateringstechniek, ontwikkeld door de Universiteit van Bristol, is voor het eerst gebruikt op sporen van melkvetten in stukken aardewerk die in Londen zijn gevonden. Tot de doorbraak kon alleen organisch materiaal worden gedateerd met behulp van zogenaamde 14C-datering.
Vóór de ontdekking kon aardewerk alleen worden gedateerd door organisch materiaal in dezelfde archeologische vindplaats te dateren en het vervolgens te vergelijken met ander soortgelijk aardewerk. De Bristol-onderzoekers zijn nu in staat om vetzuren te extraheren, die in minimale sporen in het aardewerk zijn aangetroffen, om voldoende nauwkeurige kennis te krijgen van de fabricagedatum van het aardewerk zelf.
De techniek kan worden gebruikt om nieuwe vondsten te dateren, maar ook om honderden belangrijke eerdere vondsten te bevestigen waarvoor nog een precieze datering ontbrak.
Lees meer op Erfgoed Dagelijks.