Kan erfgoed dienen als middel om krimp op het platteland tegen te gaan?

Auteur: Alma Hoekstra

Alma om een ​​"Frysk Hynder". Foto: Jasper van Doeselaar

Het is een wereldwijd fenomeen: er is vraag naar de stad terwijl de bevolking van het platteland krimpt. Snel stijgende huizenprijzen in stedelijke gebieden en verdwijnende voorzieningen in de provincie zijn het gevolg. Volgens de Verdrag van Faroerfgoed moet een rol spelen bij maatschappelijke vraagstukken. Kan erfgoed dienen als middel om krimp op het platteland tegen te gaan?

Ik sprak hierover met Gijsje Stephanus. Voor haar studie 'Human Technology' aan de Hanzehogeschool Groningen deed ze onderzoek de invloed van erfgoed op de leefbaarheid in kleine dorpen.

Het gaat volgens haar vooral om de kwaliteit van een plek, en erfgoed maakt daar deel van uit: “Als erfgoed levendig is en mensen er gebruik van maken, vergroot dat de waardering voor het dorp. En hoe aantrekkelijker het dorp, hoe meer mensen er komen wonen. ​

Het is vooral de kwaliteit van een plek die telt, en erfgoed maakt daar deel van uit

Het platteland is voor mij geen onbekende. Ik ben opgegroeid in een dorp van 345 inwoners in de landelijke Nederlandse provincie Friesland. In mijn dorp kent iedereen elkaar en mijn enige vier klasgenoten hadden allemaal een paard.

De enige voorzieningen, de cafetaria en de basisschool waar ik op zat, zijn inmiddels verdwenen. En toch is er geen krimp. Er worden misschien minder kinderen geboren, maar het dorp wordt in leven gehouden door rijke, gepensioneerde stadsbewoners met een zeilboot, die komen genieten van hun oude dag.

Veel erfgoed en tradities

En waar kan dat beter dan in het mooie Friesland, waar veel levend erfgoed en tradities te vinden zijn? Er is veel regionale cultuur, eten en gebruiken: de Friese taal, sukerbolle, de 'elf steden' Fryske Hynders, skûtsjesilen… Al dat cultureel erfgoed maakt de Friezen trots en houdt de provincie aantrekkelijk. Kan Gijsje gelijk hebben?

Typisch platteland in de Nederlandse provincie Friesland

Een 'kloosterdorp'

Een dorp waar cultureel erfgoed zeker wordt ingezet om de leefbaarheid te verhogen is Kloosterburen, een klein dorp in het noorden van Nederland. In de middeleeuwen was er een klooster in Kloosterburen.

Hoewel het eigenlijke klooster grotendeels verdwenen is, wordt het immateriële erfgoed, “het kloosteridee”, gebruikt als inspiratiebron om het dorp aantrekkelijk en leefbaar te houden.

Volgens de monastieke filosofie moet alles met elkaar verbonden zijn. Dit idee werd toegepast op de verschillende zorginstellingen die op instorten stonden.

De zorg voor ouderen, gehandicapten en kinderen wordt nu verzorgd door één team, zodat al deze groepen naast elkaar kunnen blijven bestaan. Daarnaast is het kloosterterrein getransformeerd tot gemeenschapstuin en de oude kerk tot yogaschool.

En het werkt: in tegenstelling tot andere dorpen in de omgeving groeit Kloosterburen. En net als in mijn dorp zijn de nieuwe bewoners rijke stadsbewoners.

Gemeenschappelijke tuin in Kloosterburen

Moeilijk om verandering te accepteren

Levendig erfgoed lijkt kleine dorpen aantrekkelijk te maken voor nieuwkomers. Maar dit leidt ook tot verandering in het dorpsleven. Zowel in Kloosterburen als in mijn eigen dorp zorgde de komst van de stadsbewoners voor spanningen. Het waren vreemden, met verschillende interesses en een andere cultuur en taal.

Dit was moeilijk voor de dorpelingen die bang zijn voor verandering en dol zijn op dingen die al jaren hetzelfde zijn. “It hoecht net roeispanen” (= 'Het hoeft niet anders te zijn') is het motto dat op een van de huizen in mijn dorp staat.

populisme

De komst van nieuwkomers en de botsing van culturen is niet alleen een issue op het Nederlandse platteland. Zo wezen de bekende Nederlandse architect Rem Koolhaas en journaliste Caroline de Gruyter erop dat de veranderingen op het platteland leiden tot groeiend populisme.

In het Zwitserse dorp waar Koolhaas een vakantiehuis had, verdween de oorspronkelijke boerenbevolking in twintig jaar. In plaats daarvan kwamen rijke stedelingen en immigranten in appartementencomplexen wonen.

Wijngaarden en landbouwgrond veranderden in kantoorgebieden. Volgens De Gruyter betekenen deze ontwikkelingen dat in veel van deze gebieden de conservatieve en rechtse Zwitserse Volkspartij (UDC) de grootste is. De oorspronkelijke bewoners zien hun oude wereld in rook opgaan. Hoe meer ze het gezag over hun dorpen verliezen, hoe nostalgischer en conservatiever ze worden.

Acceptatie komt met de tijd

Gelukkig is de rust zowel in mijn eigen dorp als in Kloosterburen teruggekeerd. De nieuwkomers zijn aangenomen. Misschien omdat wordt erkend dat ze niet alleen een last zijn, maar ook een bron van inkomsten en een manier om het platteland levend te houden.

Levend erfgoed en tradities lokken, maar de inheemse bevolking zal moeten accepteren dat nieuwkomers niet alleen een bijdrage leveren, maar ook verandering brengen.

Over de auteur

Alma Hoekstra is een 23-jarige liefhebber van alles wat oud is. Momenteel werkt ze als hoofdredacteur van de Erfgoedstem, de Nederlandse versie van de Erfgoedtribune, en studeert ze Architectuurgeschiedenis aan de VU. In opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed doet zij onderzoek naar de Faro Conventie. Dit Europese verdrag benadrukt de sociale en verbindende waarde van erfgoed en het belang van participatie. Faro is al ondertekend door veel Europese landen. Ook Nederland is voornemens het verdrag te ondertekenen. Nu wordt onderzocht wat het verdrag voor Nederland kan betekenen. Alma neemt haar lezers mee op haar ontdekkingsreis naar Faro door blogs en interviews te schrijven.

Dit artikel is oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd. Teksten in andere talen zijn AI-vertaald. Om de taal te wijzigen: ga naar het hoofdmenu hierboven.

Doneren